Wonen vroeger 

De Wigwam, was een ronde hut, gebruikt door veel verschillende Indiaanen. Het wordt laten zien als een van de meest makkelijkste, beste hutten die er bestaat. De hut was net zo veilig en warm als de hutten van hun voorouders. De buitenkant van de hut was bedenkt en kon het weer in de regio tegenhouden. De man van de familie, was verantwoordelijk voor de buiten kant van de hut. Jonge groene taken van zo’n 5 tot 7 meter lang werden van de bomen gehakt. Deze werden vervolgens soepel gemaakt door ze te buigen. Vervolgens werd er op de grond een cirkel gemaakt van 3 tot 5 meter. Daarna werden de takken over de cirkel gebogen, de lange werden voor het midden gebruikt de kortere aan de zijkanten. De takken vormden zo bogen in alle richtingen van de cirkel. Een tweede serie takken werd vervolgens om de hut gebonden om deze stevigheid te geven. Het geheel werd bedenkt met stro of boom schors.

Wonen nu

 De indianen wonen nu nog steeds in een soort wigwam. Maar niet helemaal hetzelfde. De indianen hebben meer manieren gevonden om wigwammen te bouwen. Nu hebben ze een grotere wigwam met een soort kamers. Maar ze hebben bijvoorbeeld niet echte wc en andere dingen waarmee je kan wassen of eten koken. Zij zoeken zelf naar eten en verwarmen het ook boven een kampvuur. Wij verwarmen het met gas. Zij doen het met stokken en met schors. En  het water houden ze warm met de hete stenen die ze in het vuur hadden gedaan.

 

 

 

 

 

De vergelijking

 Er is niet heel erg veel veranderd, omdat ze nog steeds in een wigwam wonen. Maar de wigwam was vroeger rond en nu is het een soort huisje geworden. Vroeger kon je snel een nieuwe wigwam maken en woonden ze niet op een vaste plek. Nu leven ze wel op een vaste plek en een wigwam is ook moeilijker inelkaar terzetten. Nieuwe kinderen zijn er ontstaan. Ook veel nieuwe dier hebben ze ontdekt. Ze ontdekken andere dingen waarmee ze iets kunnen doen. 

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb